Enige tijd geleden neb ik gepleit 1) voor het opnemen in de economische wetenschap van militaire vraagstukken. Het hoofdargument daarvoor zou men ook aldus kunnen formuleren dat militaire vraagstukken te belangrijk zijn om te worden overgelaten aan militairen en de politic! die het buitenlands beleid bepalen. (Deze laatste twee groepen worden immers geacht dezelfde doelen na te streven met behulp van verschillende middelen.) In deze column stel ik mij voor dat pleidooi nog eens te herformuleren en voorts een toepassing van deze economische behandeling aan te bieden op het lange-termijndoel van vredespolitiek op wereldvlak.