De hedendaagse cultuur, zo kunnen wij vaststellen, heeft veel van zijn vroegere metafysische fundamenten verloren. De opkomst van een postmoderne cultuur vanaf de jaren zestig bevestigt, meer dan al het andere, de juistheid van Webers analyse van de onttovering van de wereld als een geleidelijke erosie van ooit nog stevig metafysisch verankerde betekenissen. Velen hebben vandaag de dag niet langer het gevoel dat zij nog in ‘natuurlijke’ of ‘solide gefundeerde’ sociale werelden leven, maar veeleer in hardnekkig voortwoekerende simulaties die de ‘echte’ en ‘authentieke’ werkelijkheid aan het zicht onttrekken (Baudrillard, 1993[1976]): een wereld waarin ‘diepte’ heeft plaatsgemaakt voor ‘oppervlakte’ (Jameson, 1991), waarin het gezag van de wetenschap om de waarheid te verkondigen verregaand is aangetast (Bauman, 1987; Rorty, 1979), en waarin de christelijke kerken veel van hun vroegere geloofwaardigheid zijn verloren (Brown, 2001; Houtman en Mascini, 2002; Norris en Inglehart, 2004). In deze verregaand onttoverde wereld is het verlangen naar ‘echtheid’ en ‘authenticiteit’ van de weeromstuit navenant toegenomen. Hierdoor is de menselijke binnenwereld van persoonlijke ervaringen, emoties en intuïties steeds belangrijker geworden en zijn ‘zichzelf zijn’ en ‘afstand nemen van formele rollen’ steeds meer maatgevende sociale normen geworden. Tegenwoordig worden ‘authentieke’ mensen als ‘leuke’, ‘interessante’ of ‘inspirerende’ mensen beschouwd, terwijl omgekeerd ‘bureaucratische papierschuivers’ en ‘vergadertijgers’, net als machtigen die met graagte hun macht etaleren en zich verheven voelen boven gewone stervelingen, in het gunstigste geval ‘saai’, ‘slaapverwekkend’ of ‘stomvervelend’ worden gevonden en in het ongunstigste geval gewoon als ‘slechte mensen’ worden beschouwd. Juist omdat trouw zijn aan zichzelf en voorzichtig omgaan met de emoties van anderen dwingende sociale normen zijn geworden, die velen met graagte aan anderen opleggen, kan op grond van de verregaande emotionalisering van de samenleving niet worden besloten dat de sociale controle inmiddels wel zo’n beetje is verdwenen (Furedi, 2003). De hedendaagse fascinatie met het persoonlijke gevoels- en ervaringsleven blijft dan ook niet beperkt tot het privé-domein en de intieme omgang met vrienden en geliefden. Ook het publieke domein, van religie tot gezondheidszorg en van politiek tot economie, is door de opkomst van de emotiecultuur diepgaand veranderd. Therapeuten, psychiaters en personal coaches verdienen dik belegde boterhammen in de welzijnsindustrie (Furedi, 2003); van managers en politici wordt, meer dan al het andere, verwacht dat zij werknemers en kiezers een goed gevoel kunnen bezorgen en hen weten te inspireren, enthousiasmeren en motiveren (Houtman, 2008; Van Zoonen, 2005); en waar bedrijven hun geld ooit verdienden met handel in goederen en diensten, zijn tegenwoordig vooral de met deze laatste verbonden dromen en ‘ervaringen’ maatgevend geworden (Pine en Gilmore, 1999). De onttovering van de wereld heeft een postmoderne ‘ervarings-’ of ‘emotiecultuur’ in het leven geroepen.

, , , , , , , , , , ,
hdl.handle.net/1765/16157
Working Paper Series on Sociology , Centre for Rotterdam Cultural Sociology (CROCUS)
Department of Sociology

Houtman, D. (2009). De onttovering van de wereld. Over religie, wetenschap en postmoderne cultuur. Centre for Rotterdam Cultural Sociology (CROCUS). Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/16157