Met de opname van de Vierde tranche in de Awb op 1 juli worden twee magische grenzen van het bestuursrecht verschoven. Enerzijds door de regeling van de geldschulden in de richting van het privaatrecht en anderzijds door de regeling van de bestuurlijke boete in de richting van het strafercht. Hoe de burgerlijke rechter zich als restrechter en verzetsrechter zal opstelen bij de invoering van de besuursrechtelijke geldschulden wordt interessant. En een belangrijke vraag voor de praktijk is hoed e afstemming tussen het OM en de verschillende bestuursorganen met een boetebevoegdheid zal verlopen. Afgewacht moet ook worden hoe de Straatsburgse rechter denkt over de regeling in de Awb met betrekking tot het zwijgrecht en de cautie.

hdl.handle.net/1765/22259
Nederlands Juristenblad
Erasmus School of Law

Rogier, L. (2009). De Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht in werking. Nederlands Juristenblad, 1560–1566. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/22259