Samenvatting Inleiding: Luchtwegklachten als hoesten, keelpijn en oorpijn komen bij kinderen vaak voor en gaan meestal vanzelf over. Toch raadplegen veel (ouders van) patiënten hiervoor de huisarts. We onderzochten welke kenmerken van kinderen, hun ouders en hun huisartsen samenhangen met het besluit om voor deze klachten naar de huisarts te gaan. Methode: We gebruikten de Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk om kenmerken van kinderen van nul tot zeventien jaar en hun huisartsen in kaart te brengen. We stuurden een vragenlijst naar patiënten om de aanwezigheid van luchtwegklachten te achterhalen en na te gaan of ze er hun huisarts voor hadden bezocht. We analyseerden de gegevens aan de hand van een multivariate logistische regressieanalyse. Resultaten: Van de 550 kinderen die in de twee weken voorafgaande aan het interview hoestten, of keelpijn of oorpijn hadden, bezochten er 147 hun huisarts. Jonge kinderen gingen vaker naar de huisarts voor respiratoire symptomen dan oudere kinderen. Dit gold tevens voor kinderen bij wie sprake was van koorts, langere ziekteduur, en voor kinderen die hun gezondheid als ‘slecht’ tot ‘goed’ beoordeelden of die in een stedelijk gebied woonden. Ook gingen kinderen vaker naar de huisarts als de ouders ongerust waren en als de kinderen of de ouders door iemand anders waren geadviseerd om naar de huisarts te gaan. Huisartskenmerken hingen niet samen met de mate van consultatie. Beschouwing: Dit onderzoek benadrukt hoe belangrijk het is om na te gaan waarom (de ouders van) kinderen met luchtwegklachten de huisarts raadplegen. Wanneer de huisarts zich bewust is van de mogelijke determinanten van het besluit om de huisarts te raadplegen, zal deze vaker een passend advies kunnen geven en patiënten gerust kunnen stellen. Luchtwegklachten zijn immers meestal self-limiting.

hdl.handle.net/1765/22423
Huisarts en Wetenschap
Erasmus MC: University Medical Center Rotterdam

Uijen, H., van Duijn, H., Kuyvenhoven, M., & van der Wouden, H. (2008). Kinderen met hoesten, keelpijn en oorpijn: wie raadpleegt de huisarts?. Huisarts en Wetenschap, 51(13), 663–668. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/22423