Van oudsher is bekend dat castraties uitgevoerd bij mens of dierr grote effecten hebben op hun uiterlijk en gedrag. Een bevredigende verklaring voor de wijze waarop het effect van deze ingreep tot stand kwam, was er evenwel niet. In 1849 beschreef de Duitser Berthold de effecten van het verwijderen en transplanteren van testikels bij hanen. Deze onderzoeker toonde aan dat de effecten van de testikels op uiterlijk en gedrag van de dieren tot stand komen door de produkten die zij aan het bloed afgeven. In 1935 slaagden onze landgenoten David, Dingemanse, Freud en Laqueur erin, uit stieren-testikels een chemisch zuiver produkt te isoleren, dat in de hanekam test (zie onder) buitengewoon actief was; zij noemden deze stof testosteron. Pas in 1952 werd aangetoond dat deze stof ook werkelijk door de testikels werd afgescheiden (West, Hollander, Kritchevski en Dobriner).