Introductie: Economen en sociale wetenschappers gebruiken kerngetallen om de inkomensongelijkheid van landen te beschrijven. In de meeste studies worden de Gini index, de leden van de “Generaliz Entropy” familie van indices (zoals de Theil en Atkinson coëfficiënten en de “Mean Logarithmic Deviation”), en de percentielratio’s P90/P10 en P75/P25 gebruikt. De waarden van al deze coëfficiënten vertellen iets over de inkomensongelijkheid op een bepaald moment of, via een tijdreeks van coëfficiënten, over trends in de inkomensongelijkheid. Een van de centrale vragen bij de bestudering van inkomensongelijkheid betreft die naar de onderliggende factoren. Decompositie van inkomensongelijkheid kan daar op een antwoord geven. Decompositie van inkomensongelijkheid naar subgroepen in de populatie of naar bronnen van inkomen werd in het begin van de jaren ’80 geïntroduceerd in publicaties van Bourguignon (1979) en Shorrocks (1980; 1982; 1984). Zij lieten zien dat een aantal, maar niet alle maten voor ongelijkheid additief kunnen worden gedecomponeerd. Sinds die tijd is een groot aantal sociaal-economische studies met deze (inmiddels) standaard toepassingen verschenen....

hdl.handle.net/1765/26571
Onderzoeksschool Maatschappelijke Veiligheid

Jansen, W., Dessens, J., & Verhoeven, W.-J. (2011). Decompositie van inkomensongelijkheid: Rusland 1992-2002. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/26571