In de loop van de ruim tien jaar, dat ik heb gewerkt op de afdeling neurochirurgie van het Academisch Ziekenhuis Dijkzigt te Rotterdam, is mij steeds duidelijker gebleken hoe belangrijk en zelfs onmisbaar psychische begeleiding is voor mensen met een dwarslaesie. Van een dwarslaesie wordt gesproken bij aandoeningen, waarbij op een omschreven plaats van het ruggemerg, door een ongeval of andere oorzaak, een dusdanige beschadiging is opgetreden, dat onder het niveau van deze beschadiging zich ernstige verlammingsverschijnselen en gevoelsstoornissen voordoen. Bij het blijven bestaan ervan is de getroffene emstig gehandicapt. Bij een laesie op het niveau van het halsmerg (cervicale dwarslaesie) zijn een deel van de armen en verder de gehele romp en de benen in de uitval betrokken; bij een laesie in het borstmerg ( thoracale dwarslaesie) zijn alleen een deel van de romp en de benen aangedaan. Een mens die ten gevolge van een ongeval een blijvende dwarslaesie krijgt, is van dat moment af in menig opzicht niet meer degene die hij* tevoren was. Hij was onderweg of bezig met werkzaamheden, zelf in staat om aktief kontakt te maken met de omgeving en anderen en plotseling is daar de breuk in de meest letterlijke en figuurlijke zin. Tot dat fatale moment was hij vrij in alle bewegingen, onafhankelijk, met allerlei mogelijkheden van gedrag, met op de achtergrond het menselijke idee van eigen onkwetsbaarheid (Grinker en Spiegel, 1945). Ineens wordt dan deze mens passief - afhankelijk, soms lichamelijk bijna volledig hulpeloos. Want ook al laat een dwarslaesie nog een beperkte mate van lichamelijke funktie toe - een thoracale dwarslaesie uiteraard meer dan een cervicale - van het moment van opname af wordt deze mens ineens tot ziekenhuis-patiënt, die intensief moet worden verpleegd. Hij is nu voor de meeste funkties aangewezen op verplegend personeel en apparatuur en voor zijn medische behandeling op specialisten. Naast de verschrikkelijke lichamelijke beschadiging is daar gelijktijdig de psychische schok, die zo hevig aankomt dat er kan worden gesproken van een emotionele crisistoestand. Gunther (1969) vindt dat een mens die een dwarslaesie krijgt, in "the stage of shock" komt, die verscheidene uren of dagen kan duren.

, , , ,
R. Braakman (Reinder) , F. Verhage
Erasmus University Rotterdam
hdl.handle.net/1765/31654
Erasmus MC: University Medical Center Rotterdam

Orbaan, I. J. C. (1981, October 28). Ondanks alles : welke factoren zijn van invloed bij de verwerking van een traumatische dwarslaesie?. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/31654