In de loop der jaren zijn verschillende behandelingsmethoden voor de rectumprolaps ontwikkeld. De opzet van dit proefschrift was na te gaan of de operatie volgens Ripstein voor de behandeling van de rectumprolaps een goede operatieve behandelingsmethode is. In de periode 1965-1980 werden in een aantal ziekenhuizen 56 patiënten met een rectumprolaps volgens deze methode geopereerd. De operaties werden volgens hetzelfde operatieschema door verschillende chirurgen verricht. Ervaringen bij de behandeling van deze 56 patiënten worden beschreven. Gezien het relatief weinig voorkomen van de aandoening en daarmede van het aantal operaties dat wordt uitgevoerd, moesten wij ons bij dit onderzoek beperken tot een retrospectief onderzoek. In hoofdstuk 2 wordt de anatomie van het ancrectale kanaal besproken. Een overzicht wordt gegeven van de van belang zijnde spieren, de bekleding van het anale kanaal, de vascularisatie en de innervatie. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 ingegaan op de functie van het ancrectale kanaal tijdens normale defaecatie. Diverse vormen van incontinentie en obstipatie worden kort besproken. In het volgende hoofdstuk (4) wordt de rectumprolaps besproken. Deze wordt vaak verward met een slijmvliesprolaps; in tegenstelling tot deze. laatste is de reeturnprolaps een invaginatie van het rectum, die in zijn meest ernstige vorm voortdurend buiten het anale kanaal zichtbaar is. In het merendeel der gevallen is de oorzaak van deze invaginatie onbekend (idiopathische rectumprolaps). In een klein aantal andere gevallen is er wel een oorzaak bekend. De rectumprolaps komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen en er kunnen diverse stadia worden onderscheiden. De klachten, die bij een rectumprolaps kunnen optreden (zoals het naar buiten treden van het rectum zelf en bijvoorbeeld incontinentiel worden besproken.