Denk over democratie niet in zijn huidige parlementaire, rigide vorm, maar als een dynamiek waarbinnen de geldigheid van bestaande instituties voortdurend ter discussie kan worden gesteld. Door democratie op deze manier te conceptualiseren kunnen we tot een begrip hiervan komen dat daadwerkelijk emancipatie en participatie voorstaat. Wat is democratie? Het onderzoek van Van der Veeke richt zich op de vraag hoe wij de lange traditie van de kritische filosofie op zo’n manier kunnen inzetten om tot een hernieuwd begrip van democratie te komen. Het huidige concept verwijst enerzijds naar een formeel systeem dat de wil van het volk tot uitdrukking zou moeten brengen. Anderzijds wordt het begrip gebruikt om een politieke en sociale situatie te duiden als al dan niet democratisch. Het concept ‘democratie’ kent dus zowel een quasi objectieve en descriptieve betekenis als een kritische en normatieve betekenis. Deze twee vormen gaan onmogelijk samen en geven geen bevredigend antwoord op de vraag wat democratie eigenlijk is. Vertrekpunt Van der Veeke stelt dat we bij het duiden van de huidige samenleving niet moeten vertrekken vanuit individuen of identiteiten (zoals de burger of de rechtspersoon) die een bepaalde structuur tot stand brengen, maar juist vanuit de dynamieken tussen sociale actoren en praktijken. In plaats van over democratie te denken in zijn huidige parlementaire, rigide vorm, moeten we democratie zien als een praktijk van deliberatie (beraadslaging) binnen, en aanvechting van, bestaande politieke en sociale instituties. Dit hernieuwde begrip van democratie is dynamisch en kent nooit zijn ultieme voltooiing in een systeem. Van der Veeke stelt dat het de rol van de intellectueel of de kritische filosoof is om dit begrip uit te dragen en om mensen te motiveren tot handelen tegen vormen van dominantie over te gaan, zij het niet op een belerende manier. De intellectueel zou niet vanuit een objectivistisch standpunt uitspraken moeten doen over de (politieke of sociale) werkelijkheid, maar zich moeten committeren aan bepaalde individuen of groepen. Hij zou zich ook moeten beroepen op een vorm van progressief denken op basis van de waarden van de Verlichting: vrijheid, gelijkheid en solidariteit. Het begrip 'democratie' staat hierbij altijd in relatie tot een zogenaamde ‘ethische horizon’, iets wat we volgens Van der Veeke het beste kunnen duiden als het principe van intellectuele gelijkheid, het toeschrijven van het vermogen aan een ieder om het goede leven te kunnen visualiseren en uit te drukken - met betrekking tot het eigen leven en dat van anderen.

,
The Netherlands Organization for Scientific Research (NWO) provided financial support for the realization of this dissertation.
J. de Mul (Jos)
Erasmus University Rotterdam
hdl.handle.net/1765/40032
Erasmus School of Philosophy

Veeke, C. (2013, May 15). Critical Philosophy and the Democratic Horizon. A post-foundational approach to philosophical critique and democracy. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/40032