Samenvatting
Verzekeringseconomieen -recht hanteren alspresumptie dat verzekerden minder voorzichtig worden als zij verzekerd zijn en dat juist diegenen die het verhoogde risico op schade lopen, een verzekering nemen. Heteerste verschijnsel wordt geduid als ‘moreel risico’en het tweede verschijnsel roept het risico van ‘antiselectie’ in het leven. Daar kan aan worden toegevoegd de presumptie dat de vraag naar verzekeringen rationeel tot stand komt: men verzekert weloverwogen wat men van waarde acht en men laat onverzekerd waar men minder aan hecht. Het recht ontwikkelt instrumenten om moreel risico en antiselectie tegen te gaan en de verzekeringseconomie baseertcompletetheorieën op de genoemde uitgangspunten. Maar empirietoont aan dat rationele keuze minder dominant is dan de presumptie veronderstelt. Dat werpteen anderlichtop moreelrisicoen antiselectie. In dit hoofdstuk wordt ditempirisch materiaal ontsloten en wordt derelevantie van het materiaal voorbeleidsmakersbinnen het verzekeringsrecht beargumenteerd.

hdl.handle.net/1765/50223
Erasmus School of Law

Faure, M., & van Boom, W. (2013). Gedragsveronderstellingen en verzekeringen. In W.H. van Boom, I. Giessen & A.J. Verheij (Eds.), Capita civilologie: Handboek empirie en privaatrecht (Civilology Series, 6) (pp. 707–746). Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/50223