Aanleiding tot dit onderzoek was een op videoband opgenomen spreekuurbezoek van een 55-jarige ondernemer, die mij -niet voor de eerste maal - consulteerde wegens rugklachten. Het terugzien van dit consult riep vele vragen op die met onmacht te maken hadden. Een nadere analyse (hoofdstuk 2) maakte mij duidelijk dat mijn onmachtervaringen in dit consult te maken hadden met een heel complex van gevoelens, opvattingen en attituden: mijn gevoel van eigenwaarde, mijn mening over mijn functioneren als huisarts, mijn perceptie van 'moeilijke patiënten', het consumptiegedrag van de betreffende patiënt, de gevoelens die ik bij onmacht ervaar, mijn attributie van onmacht ('waar schrijf ik onmacht aan toe?') en mijn houding van dokter 'die alles te bieden heeft'. Deze gevoelens, opvattingen en attituden veroorzaken niet alleen onmacht, zij kunnen op hun beurt ook door onmacht worden opgeroepen. In de literatuur komt onmacht alleen zijdelings en indirect ter sprake. Uit de literatuurverkenning in hoofdstuk 3 wordt dan ook niet duidelijk in hoeverre praktijkkenmerken en werkomstandigheden samenhangen met onmachtervaringen. Ook een eventuele samenhang met 'moeilijke patiënten' is niet duidelijk; het is vaak juist het functioneren van de huisarts dat sommige patiënten 'moeilijk' maakt, en die 'moeilijke patiënten' zijn dan ook min of meer gebonden aan de persoon van die huisarts. Tenslotte kan men zich voorstellen dat bepaalde karaktereigenschappen van de huisarts (bijvoorbeeld te consciëntieus) tot onmacht kunnen leiden. Over de samenhang van eigenschappen van de huisarts en gevoelens van onmacht is in de literatuur echter evenmin iets te vinden.

, , ,
Erasmus University Rotterdam
H.J. Dokter (Heert) , F. Verhage
hdl.handle.net/1765/50950
Erasmus MC: University Medical Center Rotterdam

Duistermaat, H. (1989, September 6). Onmacht in het werk van de huisarts : een empirische verkenning. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/50950