Verzelfstandiging van overheidsorganisaties leidt tot een paradox. Enerzijds krijgen de organisaties meer zelfstandigheid maar anderzijds krijgt het moederdepartement meer controle-mogelijkheden. Ook agentschappen hebben met deze paradox te maken. Sinds 1994 is het aantal agentschappen in Nederland toegenomen tot 22. In dit artikel wordt een beschrijving gegeven van de praktijk van interne verzelfstandiging, zoals het oprichten van agentschappen wordt genoemd. Naast een overzicht van taken en budgetten van agentschappen wordt ingegaan op het vraagstuk in hoeverre interne verzelfstandiging daadwerkelijk tot meer zelfstandigheid leidt. De ervaring met agentschappen laat zien dat de mate van zelfstandigheid evenveel zoniet meer afhankelijk is van afhankelijkheidsrelaties met het moederdepartement, omvang en andere kenmerken van agentschappen als van de formele bepalingen.