30-7-2018

Evalua­tie SEED-Capital-regeling, Groeifa­ci­li­teit en Dutch Venture Initia­ti­ve

In opdracht van het ministe­rie van Economi­sche Zaken en Klimaat (EZK) heeft een consor­ti­um van de Rotter­dam School of Manage­ment (RSM), het Erasmus Centre for Entrepre­neur­ship (ECE) en Dialogic een evalua­tie uitgevoerd van drie financie­rings­in­stru­men­ten uit het Toekomst­fonds:
  • De SEED-Capital-regeling uit 2005 richt zich op zogenaam­de Techno­s­tar­ters (beginnen­de innova­tie­ve bedrij­ven) die moeite hebben om aan risico­ka­pi­taal te komen.
  • De Groeifa­ci­li­teit is in 2006 opgericht en beoogt bedrij­ven te helpen bij het aantrek­ken van risico­dra­gend vermogen.
  • Het Dutch Venture Initia­ti­ve (DVI) is een fonds dat risico­ka­pi­taal voor doorgroei van het innova­tie­ve mkb beschik­baar stelt aan andere fondsen. DVI is een samenwer­king van het ministe­rie van EZK met de regiona­le ontwik­ke­lings­maat­schap­pij Oost NL en het Europees Investe­rings­fonds (EIF). Het eerste DVI-fonds is opgericht in 2013 en bedraagt in totaal € 202,5 miljoen. DVI-II is in 2016 opgericht en heeft een omvang van €200 miljoen.
De instru­men­ten zijn gezamen­lijk geëvalu­eerd omdat zij allemaal tot doel hebben om de toegang tot risico­ka­pi­taal voor onderne­min­gen te vergro­ten. In de evalua­tie is nagegaan in hoever­re de regelin­gen in de periode 2012-2017 doeltref­fend en doelma­tig waren.

We hebben geconclu­deerd dat het aanneme­lijk is dat: - de toegang tot risico­ka­pi­taal voor onderne­mers is verbeterd door deze drie instru­men­ten, - investeer­ders met behulp van de SEED en DVI makkelij­ker financie­ring hebben gekregen voor hun fonds, en - dat deze regelin­gen er ook voor hebben gezorgd dat de markt voor risico­ka­pi­taal in Nederland is versterkt.

Download hier de Evalua­tie SEED Capital-regeling, Groeifa­ci­li­teit & Dutch Venture Initia­ti­ve.

Minister Mona Keijzer heeft de evalua­ties van een aantal risico­ka­pi­taal­in­stru­men­ten aangebo­den aan de Tweede Kamer. Download hier de Kamerbrief van 4 februa­ri 2019.