• Het aantal ouderen met een verstandelijke handicap is door de steeds verder genormaliseerde levensverwachting snel toegenomen.
• Door de veranderde opvattingen over de zorg, woont een groot deel van de 50-plussers nu in de maatschappij. Deze mensen maken gebruik van de reguliere eerste- en tweedelijns gezondheidszorg.
• Behalve bij mensen met het downsyndroom, treedt primaire veroudering bij deze mensen op de normale leeftijd op.
• Toch lijkt bij ouderen met een verstandelijke handicap een verhoogde leeftijdsgerelateerde kwetsbaarheid te bestaan, die eerder optreedt dan in de algemene bevolking.
• Hoewel het wetenschappelijk onderzoek nog schaars is, zijn de volgende bedreigende factoren aan te wijzen: functionele beperkingen, multimorbiditeit, ongezonde leefstijl, gebrekkige detectie van risicofactoren voor hart- en vaatziekte, onvoldoende deelname aan bevolkingsonderzoeken, gemiste aandoeningen door ontbreken van subjectieve klachten.
• Valide informatie over de gezondheidstoestand van ouderen met een verstandelijke handicap zal de komende jaren beschikbaar komen op basis van lopend onderzoek.
• Na een aantal aanpassingen in de regelgeving door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZA) is het voor huisartsen mogelijk om extramuraal wonende mensen met een verstandelijke handicap naar een arts voor verstandelijk gehandicapten (AVG) te verwijzen.