Hoe behoudt het bestuur van een grote complexe organisatie vaart in het bedenken en uitvoeren van strategische veranderingen? Dat is geen gemakkelijke opgave als er geen aanwijsbare dreigingen van buitenaf zijn en er geen duidelijke aanleiding is om algemene strategische maatregelen te nemen. De auteurs onderzoeken de inherente spanningen tussen stabiliteit en verandering. Verandering is noodzakelijk, wil men op langere termijn succes boeken, maar te veel verandering is desastreus. Volgens de auteurs zijn er verscheidene mogelijke oplossingen voor deze paradox. Een daarvan is het genereren van uiterst actieve perioden, gevolgd door relatief stabiele perioden en perioden waarin de vooruitgang gestaag verloopt. Aan de hand van de bezinningen van een bestuursvoorzitter van Unilever - die deze functie van 1984 tot 1994 uitoefende - onderzoeken de auteurs hoe men met deze spanningen omgaat en een oplossing zoekt.