Röntgenstraling wordt, na de ontdekking op 8 november 1895 door W.C. Röntgen, al meer dan honderd jaar ten behoeve van de diagnostiek in de geneeskunde toegepast. Hoewel de gevaren van deze straling reeds vroeg bekend waren en er al snel meetmethoden tcr beschikking stonden om de intensiteit van de straling te meten, duurde het ongeveer dertig jaar, voordat er redelijk stralen hygiënisch werd gewerkt en er daadwerkelijk gebruik gemaakt werd van deze meetmethoden. De eerste dertig jaar na de ontdekking van röntgenstraling bestond er op dosimetriegebied een chaotische situatie: er waren vele meetmethoden in gebruik, variërend van de bepaling van de tijd waarin de beharing van de huid was verdwenen (epilatiedosisl, tot de indirecte bepaling van het aantal ionisaties in gassen. Artsen prefereerden in het algemeen meetmethoden die een fysiologische ba'iis hadden. De erytheemdosis, de dosis waarbij de huid rood wordt. was het meest populair. Dit was echter geen nauwkeurige maat voor de toegevoegde stralingsdosis: atbankelijk van de omstandigheden van de proefpersoon kon de erytheemdosis een factor tien variëren.

, ,
E.S. Gelsema , H.E. Schütte (Henri)
Erasmus University Rotterdam
hdl.handle.net/1765/18140
Erasmus MC: University Medical Center Rotterdam

van der Meer, F. (1997, May 14). Afbeeldingskwaliteit van röntgendiagnostische systemen: Gereedschappen voor de klinisch fysische praktijk. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/18140