De afgelopen jaren is veel in gang gezet om meer resultaat te halen uit het politiebudget. Meest spraakmakend zijn de prestatieafspraken. Korpsen die goed presteren, kunnen rekenen op een bonus. In dit proefschrift concludeert de auteur dat een prestatiebudget niet goed past bij het politiewerk. De ‘productie’ laat zich moeilijk plannen en het is moeilijk een direct verband te leggen tussen prestatie en de verbetering van veiligheid. Beter is het daarom de prestatiebonus af te schaffen. Deze conclusie is gebaseerd op een promotieonderzoek naar de ervaringen van Nieuw-Zeeland en Nederland. Beide landen hebben het begrotingsproces hervormd om meer focus te leggen op resultaat. Niet langer wordt het parlement alleen geïnformeerd over wat politie-inzet kost, maar ook wat dat oplevert. Achterliggende gedachte is dat het parlement daardoor een betere afweging kan maken over het budget. Prestatieafspraken met de politie moeten ervoor zorgen dat er ook in de uitvoering voldoende aandacht is voor de landelijke doelen. De praktijk blijkt echter weerbarstig. In beide landen is er te weinig informatie over wat het politiebudget concreet oplevert in termen van veiligheid. Eigenlijk weten we niet wat het effect is van meer of juist minder ‘blauw op straat’. Prestaties kunnen daarom niet leidend zijn bij het bepalen van het budget (geen prestatiebekostiging). Voor prestatieverbetering bij de korpsen zijn er alternatieve sturingsvormen, zoals benchmarking. Door prestaties te vergelijken en ervaringen uit te wisselen kunnen korpsen hun rendement vergroten.

, , , , ,
C.W.A.M. van Paridon (Kees)
Erasmus University Rotterdam
hdl.handle.net/1765/21247
Department of Public Administration

Posseth, J. (2010, September 23). Wat koop je ervoor? Over de ervaringen van Nieuw-Zeeland en Nederland met ‘het managen’ van veiligheid via de begroting. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/21247