Door Nederlandse echtparen worden per jaar 500 tot 1000 kinderen geadopteerd, die in het buitenland geboren zijn. In 1993 leefden ruim 20.000 interlandelijk geadopteerde kinderen in Nederland met veelal een andere cultureie achtergrond dan hun actoptieouders. De eerste kinderen werden in de begin jaren zeventig geadopteerd, voornamelijk uit Zuid-Korea. Spoedig volgden landen als Columbia, India, Indonesie, Bangladesh en andere. Eveneens kwamen adopties vear van kinderen uit Europese landen, met name Oostenrijk, maar oak uit Duitsland, voormalig Joegoslavie en Griekenland (Duintjer-Klein, 1979). Het betrof kinderen die om sociaal-culturele of economische redenen geen toekomst hadden in hun geboorteland. Deets waren het "onwettig" geboren kinderen, die door hun families waren verstoten, of kinderen van gemengd ras, zoals kinderen van Koreaanse moeders en Amerikaanse soldaten. Oak oorlogswezen of kinderen, waarvan de ouders zo arm waren dat het onmogelijk was am in de primaire levensbehoeften van de kinderen te voorzien, werden ter adoptie afgestaan in de hoop dat deze kinderen in een rijk Westers land een betere toekomst tegemoet zouden gaan.

, ,
Stichting Sophia Wetenschappelijk Onderzoek (SSWO), Programmerings College Onderzoek Jeugd (PCOJ)
F.C. Verhulst (Frank)
Erasmus University Rotterdam
hdl.handle.net/1765/23808
Erasmus MC: University Medical Center Rotterdam

Versluis-Den Bieman, H. (1994, September 7). Interlandelijk geadopteerden in de adolescentie : vervolgonderzoek naar gedragsproblemen en vaardigheden. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/23808