Inleidend: In fatsoenlijke democratische politiek kan eenieders stem worden gehoord en staan de ambten voor eenieder open. Voor democratische politiek gelden dus geen kwalificaties, zoals bezit, opleiding of sociale status. De praktijk is anders, betogen Anchrit Wille en Mark Bovens. Die is er een van ‘diplomademocratie’, waarin de belangrijkste politieke functies bijna steeds worden vervuld door hoog, of zeer hoog, opgeleide mensen. De huidige politiek is daarom eerder meritocratisch dan democratisch te noemen, stellen zij. Dit is echter, zoals de auteurs ook laten zien, niet altijd zo geweest, en het is ook niet overal zo. Het is een trend die pakweg in de jaren zeventig van de vorige eeuw heeft ingezet en die in Nederland bovendien sterker heerst dan in vergelijkbare landen, in ieder geval waar het gaat om de volksvertegenwoordiging.