Deze studie is gewijd aan een bepaald aspect van het handelen van de psychiater en wel aan diens prognostisch oordeel. In hoofdstuk 1 wordt erop gewezen, dat meer nog dan andere medisch specialisten in de laatste decenniën psychiaters geconfronteerd worden met vele en veelal contradictoire theorieën; de vraag, van welke theorieën zij op welke wijze gebruik maken, is dan ook van een steeds grotere relevantie geworden. Vervolgens wordt uiteengezet hoe deze omstandigheid er onder meer toe heeft geleid dat het psychiatrisch handelen zelve meer tot het eigenlijke object van onderzoek is geworden en dat dit soort onderzoek vooral betrekking heeft gehad op het psychiatrisch beoordelingsvermogen. Van de soorten psychiatrisch oordeel die kunnen worden onderscheiden is het voornamelijk het diagnostisch oordeel geweest, dat is onderzocht. In vergelijking hiermee heeft het prognostisch oordeel van onderzoekerszijde opvallend weinig aandacht ondervonden, terwijl dit toch om zowel practische als theoretische redenen het bestuderen alleszins waard lijkt te zijn. Het doel van de in dit proefschrift beschreven studie is dan ook geweest, door middel van systematisch onderzoek van klinisch psychiatrische predicties enig inzicht te verwerven in de waarde van het psychiatrisch prognostisch oordeel en in de factoren die daarop van invloed zouden kunnen zijn. De bijbehorende vraagstelling luidde: welke is de waarde van het psychiatrisch prognostisch oordeel zoals dit blijkt uit de uitkomst van klinisch psychiatrische voorspellingen over het eerste half jaar na het ontslag en welke factoren zijn op deze waarde van invloed?

, ,
G.A. Ladee
Erasmus University Rotterdam
hdl.handle.net/1765/31427
Erasmus MC: University Medical Center Rotterdam

Bakker, J. (1980, January 16). Het psychiatrisch prognostisch oordeel : een onderzoek naar de waarde van korte-termijnvoorspellingen in de psychiatrie. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/31427