Het in dit proefschrift beschreven onderzoek is er in de eerste plaats op gericht de interactie tussen eicel en zaadcel in laboratoriumomstandigheden (in vitro) te kwantificeren. Een toepassing van een dergelijke diagnostische test wordt belemmerd door een tekort aan menselijke eicellen. Om deze beperkende factor te vermijden, werd niet de menselijke eicel, maar de hamstereicel gebruikt. De interactie tussen speciaal voor dit doel geisoleerde en gemanipuleerde hamstereicellen en humane zaadcellen wordt in paragraaf 1.7 en in hoofdstuk 2 besproken. In de tweede plaats is dit onderzoek gedaan om relaties tussen het sperma-onderzoek en sperma-onderzoek voor concentratie en de de in vitro bevruchting te bestuderen. Omdat een deel berust op subjectieve criteria, werden de beweeglijkheid door middel van een semi-automatische methode objectief bepaald. De beweeglijkheid werd fotografisch vastgelegd (met behulp van meervoudige belichtingsfotografie) en de afbeeldingen werden door middel van computertechnieken verwerkt (1.8 en hoofdstuk 3).

, , , , ,
G.H. Zeilmaker (Gerard)
Erasmus University Rotterdam
hdl.handle.net/1765/32089
Erasmus MC: University Medical Center Rotterdam

Cohen, J. (1982, January 27). Interactie tussen menselijke zaadcellen en hamstereicellen. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/32089