Aan het hypertensieve ziektebeeld tijdens de zwangerschap kunnen drie vormen worden onderscheiden. te weten het hypertensieve syndroom dat door de zwangerschap ontstaat, preëxistente hypertensie en een combinatie van beiden (gesuperponeerd hypertensief syndroom). In de literatuur worden zeer uiteenlopende percentages van voorkomen van hypertensie tijdens de zwangerschap gegeven. variërend van 2,4-34% (Chesley, 1978; MacGillivray, 1983). De sterk wisselende incidentie wordt met name bepaald door verschillen in gehanteerde definities van hypertensie en door het wisselend voorkomen van predisponerende factoren binnen de onderzochte populaties. Ongeveer 25% van de zwangeren met een hypertensief syndroom heeft preëxistente hypertensie (Browne, 1947; Wellen, 1953). Wanneer dit ziektebeeld wordt gecompliceerd door een gesuperponeerd hypertensief syndroom, ontst<,tan grote gevaren voor moeder en foetus (Harley, 1966; Chesley, 1978). Het voorkomen van aan zwangerschap gebonden hypertensie, preëclampsie en eclampsie wordt geschat op 5-7% (Zuspan, 1980). Dit zou in Nederland met jaarlijks± 170.000 bevallingen neerkomen op meer dan 10.000 gevallen per jaar. Ernstige preëclampsie en eclampsie zijn nog steeds de belangrijkste oorzaak van maternale en perinatale sterfte (Zuspan, 1980). De perinatale sterfte neemt toe met de ernst van de hypertensieve afwijking (Friedman en Neff, 1976, 1978; MacGillivray, 1983). Daarnaast is er grote morbiditeit voor moeder en kind. De frequentie van foetale groeiachterstand is bij hypertensieve zwangerschappen hoger dan bij normotensieve zwangerschappen (Tervilä e.a., 1973; MacGillivray, 1983). Ernstige matemale complicaties zijn solutie placentae (Paintin, 1962), hypofibrinogenemie (Madry, 1962), "HELLP-syndroom" (Weinstein, 1982), hersenbloedingen (Donaldson, 1978), retinabloedingen (Hallum, 1936) en longoedeem (MacGillivray, 1983) Ook in de afdeling Obstetrie van het Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt (AZR-D) werden en worden wij regelmatig geconfronteerd met patiënten met zwangerschapshypertensie. preëclampsie of eclampsie. In de loop van 1974 werd het protocol ten aanzien van de diagnose en de behandeling van het ziektebeeld. op grond van de toen aanwezige literatuurgegevens. bijgesteld. Afgezien van een aantal accentverschuivingen. bleef dit protocol tot 1982 gehandhaafd. Onder de term "'protocol" wordt in dit verband verstaan het geheel van richtlijnen voor het medisch-obstetrisch handelen in een onderzoek- of behandelingssituatie. door de artsen en verpleegkundigen van de afdeling Obstetrie geaccepteerd als het meest doelmatig om de individuele zwangere de beste kans te geven op een optimaal behandelingsresultaat. Deze omschrijving bevat het woord richtlijnen. niet voorschriften. De richtlijnen bieden de mogelijkheid tot een flexibele uitvoering van het protocol. aangepast aan de eisen die de individuele patiënt stelt

, , , ,
H.C.S. Wallenburg (Henk)
Erasmus University Rotterdam
hdl.handle.net/1765/38838
Erasmus MC: University Medical Center Rotterdam

Groenendijk, R., & Schram, J. H. N. (1986, June 3). Hypertensie tijdens de zwangerschap : een toetsend onderzoek naar de resultaten van diagnostiek en behandeling van zwangerschapshypertensie en preëclampsie in het AZR-Dijkzigt van 1975-1984 . Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/38838