Reeds lang is bekend. dat operaties aan het neustussenschot bij kinderen nadelige gevolgen kunnen hebben voor de verdere uitgroei van de neus. zodat soms jaren later de vorm van de neus in toenemende mate afwijkt en bijvoorbeeld een "ingezakte" neusrug (zadelneus) zichtbaarwordt (Hayton 1916, Ombrédanne 1942). Tevens kunnen later opnieuw septurndeviaties onstaan (Pirsig 1974). Met de introductie van de reconstructies van het septurn bij de septurncorrectie is wel gedacht dat ook de normale uitgroei van de neus gewaarborgd zou zijn. Ernstige neuspassagestoornissen met een habituele mondademhaling en hardnekkige ontstekingen van de neus. neusbijholten en middenoren. veroorzaakt door deviaties van het neustussenschot. vormen volgens verscheidene auteurs een indicatie tot het verrichten van een septurncorrectie op de kinderleeftijd: Fischer (1957), Jennes (1964), Goldman (1963), Huizing (1966, 1979) en Pirsig (1974, 1977). Op korte termijn geven deze ingrepen goede resultaten. de septurndeviaties worden opgeheven zonder dat de uitwendige vorm van de neus verandert. de neusademhaling verbetert en de ontstekingen verminderen. De beoordeling van de resultaten op langere termijn met betrekking tot de uitgroei van de neus en het opnieuw optreden van septurndeviaties wordt echter bemoeilijkt doordat (in de meeste gerapporteerde ziekte-geschiedenissen) de kinderen niet lang genoeg. d.w.z. tot ruim na de puberteitsgroeispurt (16-18 jaar). zijn vervolgd. Incidenteel is beschreven dat een uitwendige afwijking van de neus meer dan 10 jaar na de ingreep en pas aan het eind van de groeispurt in de puberteit zichtbaar wordt (Huizing 1979

, , , ,
C.D.A. Verwoerd
Erasmus University Rotterdam
hdl.handle.net/1765/40255
Erasmus MC: University Medical Center Rotterdam

Meeuwis, C. (1988, April 27). Wondreacties in het kraakbenige neustussenschot : een experimenteel onderzoek bij groeiende konijnen . Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/40255