Abstract

De organisatie van de geboortezorg is in beweging. Er zijn nieuwe samenwerkingsvormen, er zijn nieuwe risicobenaderingen, nieuwe verdelingen van taken en andere settings van bevallingszorg. Sommige disciplines zoals de huisarts hebben een steeds kleinere rol, andere zoals de klinisch-verloskundigen een steeds grotere. Er is geen masterplan van verandering, en er heerst op onderdelen verscheidenheid van opvatting over de wenselijke richting. Al deze veranderingen zijn - naar men stelt - gericht op het verbeteren van de kwaliteit van zorg. Hiermee wordt niet alleen het terugdringen van de perinatale sterfte (‘baby-sterfte’) beoogd, maar ook het verbeteren van de onderlinge samenwerking, met name, tussen eerstelijns verloskundigen en gynaecologen, en het realiseren van zorg die de zwangere als cliënt centraal stelt. Er is weinig informatie bekend over de huidige proceskwaliteit van de Nederlandse geboortezorg, mede door het ontbreken van daartoe geëigende lijnoverstijgende instrumenten. Kwaliteitsindicatoren zijn momenteel primair harde uitkomstindicatoren ontleend aan informatie uit zorgregistraties zoals de PRN. Deze geven wel een beeld van de medische uitkomsten, van sommige procedures, en van de belangrijkste bevallingsinterventies, maar niet van de cliëntervaringen met de zorgverlening, en ook niet van de subjectief ervaren uitkomst van c.q. bij moeder en kind. Proceskwaliteit kan men benaderen vanuit de professional bijvoorbeeld aan de hand van richtlijnen of het realiseren van procesdoelen zoals bij risicoselectie, maar dat is een ander perspectief dan de proceskwaliteit vanuit het cliëntperspectief. Ongeacht de vraag wie de zorg verleende, en los van de vraag of alle richtlijnen in acht werden genomen, is namelijk van belang of de cliënte in haar eigen ogen respect en bejegening ontving, of de communicatie in orde was, en of faciliteiten voldeden. Een en ander vraagt zorgvuldig ontwerp van vragenlijsten omdat alle betrokken professionals zeggen vanuit het cliëntperspectief te werken. Vaak, zo is ons gebleken, doelen professionals dan op het volgen van gedragsregels en richtlijnen zoals de beroepsorganisaties die aan hun leden voorschrijven. Het cliëntperspectief doet niets af aan dit professioneel perspectief, en een eindoordeel over de zorg kan ook niet zonder harde uitkomsten en procedure kwaliteit worden geveld, maar het cliëntperspectief vraagt niettemin een ander type vragen.

, ,
Erasmus MC: University Medical Center Rotterdam
Stichting Miletus
hdl.handle.net/1765/50524
Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM)

Scheerhagen, M., van Stel, H., Birnie, E., Franx, A., Steegers, E., Schrijvers, A. J. P., & Bonsel, G. (2013). De psychometrische eigenschappen van de ReproQuestionnaire. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/50524