Abstract

Belanghebbende is met haar massagepraktijk als eenmanszaak ingeschreven in het handelsregister. Zij heeft als masseuse gewerkt bij wellnesscentrum E bv en F. Daarnaast heeft zij thuis particuliere klanten behandeld. Met E bv was zij op basis van een freelancerovereenkomst overeengekomen dat zij in de ruimten van E bv en onder de naam van E bv haar werkzaamheden zou verrichten in de zelfstandige uitoefening van haar beroep tegen een vaste vergoeding per uur. Belanghebbende heeft tweemaal een VAR-wuo gevraagd en gekregen en in haar aangiften de met de massages gegenereerde inkomsten als winst uit onderneming aangemerkt. De inspecteur heeft naar aanleiding van een boekenonderzoek geconcludeerd dat belanghebbende bij E bv in dienstbetrekking werkzaam was en haar inkomsten als loon uit dienstbetrekking aangemerkt. De rechtbank oordeelt dat belanghebbende bij haar aanvragen van de VAR-verklaringen niet de juiste gegevens heeft verstrekt en dat de inspecteur daarom niet eraan was gebonden. De rechtbank oordeelt voorts dat van een zelfstandig uitgeoefend beroep geen sprake was zodat de desbetreffende inkomsten niet zijn aan te merken als winst uit onderneming. Dat de inspecteur belanghebbende voor de omzetbelasting wel als ondernemer heeft aangemerkt, doet hier niet aan af. Volgens de rechtbank was belanghebbende bij E bv in dienstbetrekking werkzaam. Het beroep van belanghebbende op het gelijkheidsbeginsel faalt. (Beroepen ongegrond.)

hdl.handle.net/1765/50539
Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht
Erasmus School of Law

Molenaar, D. (2014). Masseuse bij welnesscentrum geniet geen winst uit
onderneming maar loon. Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 417(3 (16 januari 2014)), 1–3. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/50539