Abstract

Met het terzijde stellen van de Fyra V250-treinen is een nieuwe wending bereikt in de twintig jaar dat Nederland probeert een hoge-snelheidslijn op de rails te krijgen. De logische vraag is wie er schuldig is aan dit dieptepunt. In dit artikel analyseren we de 20 jaar van besluitvorming aan de hand van de economische theorie over padafhankelijkheid in besluitvorming. Op basis van een uitgebreide inhoudsanalyse van meer dan 1200 documenten concluderen we dat, gegeven alle eerdere besluiten met betrekking tot o.a. de bouw en de concessieverlening, de keuze voor de V250 een noodgedwongen en onvermijdelijke gok was. Alle betrokkenen, van NS tot Tweede Kamer, blijken bij te dragen aan het vastlopen van dit project. In spring 2013, the Dutch railway operator High Speed Alliance cancelled the acceptance procedures for the V250 high-speed train sets they ordered from Italian manufacturer AnsaldoBreda after numerous problems with the build quality and safety systems. It is the latest chapter in a series of failing attempts to build and run a high-speed railway link between Amsterdam and Paris. Inevitably, the question of who was responsible for the decision to order the V250 has become prominent. We analyze 20 years of public decision-making by means of content analysis of over 1200 documents. Using David's and Arthur’s theory of path-dependency, we conclude that all the decisions that were taken during those two decades created a situation in which the choice for the V250 was nothing more than an inevitable gamble. It can therefore be concluded that all parties involved, from the railway operator to the Parliament, have contributed to the current failure.

, , ,
doi.org/10.5553/Bk/092733872014023001008, hdl.handle.net/1765/50961
Bestuurskunde
Department of Public Administration

Gerrits, L., & Marks, P. (2014). Vastgeklonken aan de Fyra: Een pad-afhankelijkheidsanalyse van de onvermijdelijke keuze voor de falende flitstrein. Bestuurskunde, 23(1), 55–64. doi:10.5553/Bk/092733872014023001008