Abstract

Europese steden hebben sinds de Industriële Revolutie te kampen met een negatief imago. In Vlaanderen is deze antistedelijke reflex nog sterker aanwezig doordat de overheid lange tijd het wonen buiten de stad actief stimuleerde en het stedelijke leefcomplex stigmatiseerde als een morele poel van verderf. De stedelijke criminaliteit werd al meermaals aangeduid als één van de oorzaken, en tot op zekere hoogte is dat terecht. De dertien Vlaamse kernsteden huisvestten in 2000 slechts vijfentwintig percent van de Vlaamse bevolking, maar er vonden 42 percent van alle vermogensmisdaden en 36 percent van alle gewelddelicten plaats. In totaal werd 38 percent van alle geregistreerde criminele feiten in één van deze kernsteden gepleegd. Volgens de veiligheidsmonitor van de federale politie lag het slachtofferschap voor gewelddelicten in 2000 en 2002 in grote steden en agglomeratiegemeenten een aantal percenten hoger dan in regionale en kleinere steden. Matige en zwak verstedelijkte gemeenten blijken nog minder last te hebben van geweld.

hdl.handle.net/1765/51485
Stadsgeschiedenis
Erasmus School of History, Culture and Communication (ESHCC)

van Dijck, M. (2006). De Stad als Onafhankelijke Variabele en Centrum van Moderniteit. Langetermijntrends in Stedelijke en Rurale Criminaliteitspatronen in De Nederlanden (1300-1800). Stadsgeschiedenis, 1, 7–26. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/51485