Vertrekpunt van mijn bijdrage is de constatering dat vandaag de dag de publieke ruimte vooral via het begrip (on)veiligheid geproblematiseerd wordt. Ik zal proberen te laten zien hoe de door Boutellier geanalyseerde overgang van een criminaliteitsvraagstuk naar een veiligheidsprobleem tot gevolg heeft dat aan de ene kant de ruimte waarin het publiek zich moet bewegen geproblematiseerd wordt, maar belangrijker nog, dat de betekenis van het publiek(e) verandert. De problematisering van de openbare ruimte via (on)veiligheid stelt andere eisen aan de individuen die zich als burgers in de publieke ruimte bevinden. De (ver)houdingen tot zichzelf en de ander komen ter discussie te staan. Om deze veranderingen in beeld te brengen zal ik gebruik maken van het werk van Foucault omtrent governmentality. Door vanuit deze optiek hedendaagse praktijken rond veiligheid te analyseren kunnen we een beeld krijgen van wat het publiek(e) in (on)veilige tijden kan betekenen. Zij helpt ons te begrijpen waarom bepaald publiek (gedrag) als gewenst, mogelijk of zelfs natuurlijk wordt beschouwd.