De bezetting was voor de Nederlandse industrie niet slechts negatief. De Duitse vraag resulteerde in 1940 en ’41 in stijgende werkgelegenheid, winsten en investeringen. Pas vanaf eind 1941 werd de exploitatie geïntensiveerd. Dit ging gepaard met nauwkeurige economische planning en het naar Duitsland halen van overtollige productiefactoren, waaronder arbeiders. Hierdoor ontstond niet slechts de frictie bekend uit planeconomieën en de daarmee samenhangende lage productiviteit, maar de arbeidsinzet veroorzaakte ook een massale onderduik. De legale productie nam af, de zwarthandel toe. Niettemin was bij de bevrijding, door de forse investeringen in de eerste oorlogsjaren, het industriële apparaat groter dan ooit.

, , , , , , , , , , , , , , , , , ,
hdl.handle.net/1765/7197
Bijdragen en Mededelingen Betreffende de Geschiedenis der Nederlanden
Erasmus School of History, Culture and Communication (ESHCC)

Klemann, H. (1999). “Belangrijke gebeurtenissen vonden niet plaats..” De Nederlandse industrie 1938-1948’. Bijdragen en Mededelingen Betreffende de Geschiedenis der Nederlanden, 114(4), 506–552. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/7197