In deze bijdrage gaat het om de vraag hoeveel invloed het Europese, in de zin van: van de Europese Unie (EU) afkomstige, recht op het Nederlandse buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht heeft. Die invloed is niet zo heel groot, zoals wij aan de hand van een korte schets van de huidige stand van zaken zullen laten zien (§2). Dat betekent tevens dat onze (Nederlandse) omgang met het (nog steeds Nederlandse) aansprakelijkheidsrecht niet fundamenteel gewijzigd is door de toenemende stroom van regelgeving vanuit Europa. Er gebeurt wel van alles op het terrein van het aansprakelijkheidsrecht, maar die gebeurtenissen spelen eerder op wat wij maar ‘particulier terrein’ noemen. Er zijn sinds de jaren ’90 namelijk een aantal groepen van wetenschappers die zich voorgenomen hebben het voortouw te nemen bij de harmonisatie van het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht. Juist omdat de EU tot op heden veel ruimte overlaat voor particulier initiatief, zullen wij die particuliere ontwikkelingen, met name de ontwerpen voor zogenaamde ‘Principles’, beschrijven (§3). Vervolgens wordt de vraag besproken of het eigenlijk zinvol is om te streven naar een geharmoniseerd aansprakelijkheidsrecht binnen de EU en of we beter af zijn met dit soort ‘Principles’ (§4). Ons antwoord luidt dat zulks slechts in beperkte mate het geval is. We concluderen in die paragraaf verder nog dat de rol van de EU waarschijnlijk gering zal blijven omdat de eenmaking op het gebied van het onrechtmatige daadsrecht tegen een aantal concrete hindernissen oploopt en de politieke noodzaak tot harmonisatie van algemene basisregels ontbreekt.

, ,
hdl.handle.net/1765/7448
Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht
Private Law

van Boom, W., & Giesen, I. (2004). Van Nederlands naar 'Europees' onrechtmatige daadsrecht. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, 1–16. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/7448