Abstract

Een groot deel van de civiele vonnissen eindigt in een verstekvonnis. Het fungeren van de verstekprocedure als algemene incassoprocedure is bekritiseerd. Zo heeft de commissie As-ser-Groen-Vranken voor de invoering van een nationale betalingsbevelprocedure gepleit. In het programma Kwaliteit en Innovatie van de rechtspraak (KEI) wordt ervoor gekozen geen betalingsbevelprocedure in te voeren. De vraag is of het KEI-programma op dit punt de juiste keuzes maakt en wat mogelijke implicaties hiervan zijn. In dit artikel worden de belangrijkste bevindingen van uitgevoerd empirisch onderzoek naar de verstekprocedure gepresenteerd en in het licht hiervan de in het concept wetsvoorstel gemaakte keuzes becommentarieerd.

hdl.handle.net/1765/77333
Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging
Erasmus School of Law

Kramer, X., Tillema, I., & Tuil, M. (2014). De verstekprocedure getoetst: een empirisch onderzoek naar de verstekprocedure in het licht van het KEI-programma. Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, 22(1), 1–11. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/77333