De littekenbreuk is een uitstulping van buikinhoud door een defect in de buikwand dat is ontstaan in het litteken van een eerdere laparotomie. Risicofactoren voor het ontstaan van een littekenbreuk, zoals leeftijd, roken, wondinfectie, obesitas en chirurgische techniek worden toegelicht. De littekenbreuk is een veel voorkomende complicatie van abdominale chirurgie met een incidentie van 10-20%. In Nederland ontwikkelen jaarlijks 10.000-20.000 patiënten een littekenbreuk. Een patiënt met een littekenbreuk presenteert zich doorgaans met een zwelling in een laparotomielitteken die soms groter wordt bij persen. In eerste instantie ondervindt de patiënt meestal slechts milde klachten. Later kunnen, mede door toename van de breukomvang, ernstige klachten en zelfs invaliditeit ontstaan. In 2001 ondergingen in Nederland bijna 4.000 patiënten een littekenbreukcorrectie. Doorgaans vindt deze operatie electief plaats. Bij sommige patiënten echter raakt de breuk bekneld. In dit geval is een spoedoperatie noodzakelijk. Tijdens een littekenbreukcorrectie wordt het defect in de buikwand gesloten, ofwel door de randen van het defect aan elkaar te hechten, ofwel door een kunststof matje te plaatsen om het defect te overbruggen. Kennis van de anatomie van de voorste buikwand is onontbeerlijk bij het bestuderen van de ontwikkeling van de littekenbreuk. Hoofdstuk 2 is een anatomische studie van de voorste buikwand, waarin de anatomie van de spieren, bloedvaten en zenuwen wordt beschreven en in figuren afgebeeld.