Sociaalgeografische divergentie, veranderende verhouding tussen lokaal bestuur en Rijk, veranderende verhoudingen tussen bestuur en de burger en recent ingrijpende decentralisatie van Rijkstaken naar het lokale niveau, het zijn allemaal voorbeelden van actuele veranderingen in ons lokaal bestuur. In het zoeken naar antwoorden op deze ontwikkelingen is schaalvergroting een veel terugkerend thema. Naast druk op opschaling van gemeenten door fusie is er ook weerstand tegen deze tendens. Een alternatieve oplossing is intergemeentelijke samenwerking in de vorm van het opzetten van intergemeentelijke organisaties waarbinnen diensten worden gedeeld of taken gemeenschappelijk worden uitgevoerd. Diverse auteurs suggereren dat de keuze daartoe vooral op basis van technocratische, bedrijfsmatige overwegingen gemaakt wordt - naast de politieke wens om als gemeente bestuurlijk autonoom te blijven.
Aan de hand van drie casussen uit het sociale domein is onderzocht wat de beoogde en feitelijke effecten van het aangaan van een intergemeentelijke dienst zijn en hoe deze te interpreteren. Daarbij is ook gekeken in hoeverre de beoogde effecten daadwerkelijk worden gerealiseerd en of daarnaast andere dan de beoogde effecten optreden. De drie casussen zijn drie intergemeentelijke sociale diensten die in de eerste vijf jaar van deze eeuw zijn gevormd. Deze zijn gevolgd vanaf hun ontstaan tot en met 2011.

C.W.A.M. van Paridon (Kees) , A.B. Ringeling (Arthur) , L. Schaap (Linze)
Erasmus University Rotterdam
Dit proefschrift kwam tot stand met ondersteuning van Leeuwendaal.
hdl.handle.net/1765/80099
Department of Public Administration

Zwaan, L. (2016, June 24). Politiek of management? : perspectieven op intergemeentelijke samenwerking aan de hand van drie intergemeentelijke sociale diensten. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/80099