Enkele uren na de aanslagen op de Londonse metro, begin juli dit jaar, verscheen de Britse premier Tony Blair ten televisie om zijn geparalyseerde natie een hart onder de riem te steken. Stelt u zich eens voor u bent het terroristische brein achter de aanslagen, en u zit ’s avonds in een troosteloze buitenwijk van Leeds naar deze toespraak te kijken. Nadat onder uw commando zojuist een kleine zestig mensen in een ondergronds inferno zijn vermoord en vele honderden verwond, hoort u hoe een berekenende Blair de Engelse bevolking oproept tot normaliteit, om door te gaan met hun alledaagse bedrijvigheid en morgen vooral weer, alsof niets is gebeurd, de metro naar het werk te nemen. Uw eerste reactie zal wellicht zijn ‘verdorie, ze trekken zich niets van me aan’, maar daar u een intelligente terrorist bent, begrijpt u weldra dat u met vlag en wimpel in uw missie bent geslaagd. Uw bommen hebben doel getroffen. U weet nu dat ze in Downing Street en in the Oval Office voor u sidderen. Niet vanwege die paar staven springstof die met Allahs vermeende zegen in een metrotunnel tot ontploffing zijn gebracht, maar vanwege de mogelijke conservatieve reactie van de bevolking en de rampzalige gevolgen daarvan voor de wereldeconomie.

, , , , ,
hdl.handle.net/1765/8116
Erasmus School of Philosophy

Timmermans, J. (2006). Media als transporteurs van het grote geluk: over de confronterende samenhang van media en terrorisme. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/8116