Inleiding: Als iemand dankzij een preventieve of curatieve interventie langer leeft is het zeer waarschijnlijk dat deze persoon in zijn of haar extra levensjaren medische zorg consumeert. Neem als voorbeeld Jan die op 60-jarige leeftijd een succesvolle harttransplantatie heeft ondergaan. Dankzij de harttransplantatie sterft Jan niet in zijn 60ste levensjaar maar in zijn 75ste levensjaar en in deze 15 extra levensjaren zal Jan medische zorg consumeren. Deze medische zorg in gewonnen levensjaren wordt in de vakliteratuur vaak aangeduid met de term ‘indirecte medische kosten’. In een binnenkort te verschijnen artikel in het blad Health Economics hebben we gepoogd de theoretische discussie rondom indirecte medische kosten in het licht te zetten van de empirische literatuur rondom de kosten van vergrijzing en de huidige praktijk van economische evaluaties. In dit stuk wordt alvast een voorproefje op dat artikel gegeven.