Mijn bijdrage richt zich op Hannah Arendts theorie over het oordeel. Het oordeelsvermogen stelt ons volgens Arendt in staat situaties en gebeurtenissen te beoordelen zonder terug te moeten vallen op onze tradities of gewoontes. Het belang voor onze hedendaagse samenleving spreekt daarbij voor zich. Arendt benadrukt dat het oordelen rampen zoals het totalitarisme kan voorkomen. Om te begrijpen waarom dat zo is, moeten we eerst Arendts oordeelstheorie onder de loep nemen. Arendts oordeelsbegrip wordt daartoe nauwkeurig geanalyseerd in al zijn bestanddelen. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de activiteit van het oordelen en de resultaten van die activiteit. De activiteit van het oordelen wordt omschreven als ‘geestelijk reizen’. Dit geestelijk reizen is volgens Arendt maar mogelijk door onze ‘sensus communis’. Deze sensus communis staat centraal in Arendts oordeelstheorie en wordt dan ook uitvoerig besproken. De activiteit van het oordelen kan uitmonden in verschillende soorten oordelen. Zo onderscheiden we in Arendts filosofie morele oordelen, politieke oordelen en oordelen van de historicus, maar we kunnen ook juridische oordelen en oordelen van de filosoof aan de lijst toevoegen. We sluiten af met de rol van het oordelen voor onze hedendaagse samenleving. In het bijzonder gaan we na wat de filosofie kan betekenen voor de maatschappij en de politiek.

, ,
hdl.handle.net/1765/7063
Filosofiedag 2005
Erasmus School of Philosophy

Degryse, A. (2005). Oordelen bij Hannah Arendt: van oordeelsvermogen tot oordeelsplicht. Filosofiedag 2005. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/7063