In de afgelopen twintig jaar hebben vele prospectieve en gerandomiseerde studies met een middellange- en langetermijnfollow-up een grote bijdrage geleverd aan de wetenschappelijke bewijsvoering binnen de flebologie. In een korte periode zijn er meerdere minimaal invasieve behandelopties op de markt gekomen. Door de toename van deze opties is het nu voor de arts mogelijk geworden om de behandeling meer aan te passen aan de individuele patiënt. Niet alle patiënten met chronische veneuze ziekte moeten op dezelfde manier worden behandeld. De flebologische zorg zou meer geoptimaliseerd kunnen worden door veneuze patiënten meer te stratificeren op ziekte-ernst en de te verwachte respons op behandeling. Om de ‘gepersonaliseerde zorg’ in de flebologie verder te verbeteren zouden behandelalgoritmes moeten worden voorgesteld.