In dit onderzoek is antwoord gezocht op de vraag op welke wijze de bij het Belastingoverleg grote gemeenten (BOGG) aangesloten gemeenten invulling geven aan de financiële exploitatie van de openbare ruimte. Hiertoe zijn de inkomsten van gemeenten uit precariobelasting en de reclamebelasting enerzijds, en de privaatrechtelijke inkomsten anderzijds vergeleken. De vergelijking betrof onder meer de begrote opbrengsten, de kosten van heffing en inning, de gehanteerde tarieven en bedragen, de motieven en het beleid en aspecten van uitvoering en handhaving. Voorafgaand aan deze vergelijking van de grote gemeenten is het juridische kader geschetst waarin de inkomstenverwerving van de gemeente voor gebruik van de openbare ruimte zich afspeelt.