De term ‘tweedeordeverkiezing’ geeft aan dat sommige verkiezingen van minder groot belang zijn voor burgers dan nationale verkiezingen. Dit artikel gaat na in hoeverre dat geldt voor de Nederlandse gemeenteraadsverkiezingen. Het bouwt voort op de literatuur over het tweedeordekarakter van lokale verkiezingen in Nederland. De auteurs richten zich op de vraag in hoeverre Nederlandse gemeenteraadsverkiezingen tweedeordeverkiezingen zijn door het stemmen bij de lokale en nationale verkiezingen op verschillende manieren met elkaar te vergelijken. Ze vergelijken vier aspecten van lokaal en nationaal stemmen: de opkomst, de achterliggende factoren die opkomst verklaren, de factoren die een stem voor lokale partijen verklaren, en het nationale of lokale karakter van stemmotieven bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2014. De resultaten geven geen eenduidig antwoord op de vraag in hoeverre gemeenteraadsverkiezingen lokaal georiënteerd zijn. De vier verschillende invalshoeken leveren allemaal dubbelzinnige patronen op. Gemeenteraadsverkiezingen hebben dus inderdaad deels een tweedeordekarakter, zoals eerder betoogd en getoond. Toch mogen we de lokale affiniteit en politieke betrokkenheid ook niet onderschatten. Dat een deel van de burgers zich wel interesseert in de lokale politiek, in lokale partijen en in verkiezingsprogramma’s van lokale afdelingen wijst wel degelijk op een lokale politieke dynamiek.