Waar modellen voor integratiebeleid van oudsher gebaseerd zijn op traditionele en duidelijk gemarkeerde migrantengroepen, verwijst de recente discussie rondom superdiversiteit (Vertovec, 2007) juist naar multidimensionale verschuivingen in migratiepatronen en de sterk toegenomen diversiteit tussen groepen onderling en van de samenleving als geheel (Vertovec, 2007; Meissner & Vertovec, 2015). Beschouwd vanuit deze superdiversiteitsleer wordt beleid gericht op traditionele migrantendoelgroepen gezien als een simplificatie van de diversiteit binnen en tussen migrantengroepen. Daarnaast roept de diversificatie van de samenleving als geheel vragen op over de richting en invulling van integratiebeleid gericht op bijvoorbeeld assimilatie, aangezien de samenleving zelf ook sterk verandert als gevolg van migratie (Crul, 2016). Hoe verhoudt deze oproep tot het in acht nemen van het multidimensionele karakter van diversiteit zich tot de platte praktijk van beleidsmaatregelen op het gebied van integratie en migratiediversiteit?