Achtergrond en het waarom van de studie
In Nederland vinden jaarlijks veel operaties voor een lumbale discushernia plaats. Patiënten krijgen meestal een open microdiscectomie, waarbij de hernia wordt opgeheven via een klein sneetje in de rug en de zenuwwortel wordt vrijgelegd (figuur a). Een andere techniek is percutane transforaminale endoscopische discectomie (PTED) (figuur b). Hierbij wordt de hernia onder indirect zicht opgeheven door een kleinere snee van 8 mm via het wortelkanaal, dus meer vanaf de zijkant. PTED vindt plaats in dagbehandeling onder lichte sedatie, waardoor de patiënt gedurende de ingreep aanspreekbaar is.
Mogelijke voordelen van deze techniek zijn minder risico op littekenvorming en een snellere revalidatie. Een mogelijk nadeel is een groter risico op recidieven omdat er minder discusmateriaal kan worden uitgeruimd. PTED behoort nog niet tot het basispakket, omdat Zorginstituut Nederland meent dat PTED niet voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk.
Met de PTED-studie willen wij de hypothese toetsen dat PTED bij patiënten met een lumbale hernia niet minder effectief is dan open microdiscectomie. Daarnaast zullen wij ook de kosteneffectiviteit analyseren.

Vraagstelling:
Is PTED niet minder effectief en niet minder kosteneffectief dan microdiscectomie bij patiënten met lumbosacraal radiculair syndroom door een discushernia?

hdl.handle.net/1765/105147
Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde
Erasmus MC: University Medical Center Rotterdam

Gadjradj, P. S., Seiger, A. (Ankie), Rubinstein, S., van Tulder, M., Harhangi, B., Van Susante, J.L.C. (Job), … Peul, W. (2018). Lumbale herniaoperatie: Endoscopisch of open?. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 162(10). Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/105147