In navolging van A-G Szpunar merkt het HvJ Gibraltar en het Verenigd Koninkrijk voor het vrije dienstenverkeer aan als één enkele lidstaat. Het lijkt me veilig om te zeggen dat hetzelfde geldt voor de andere EU-verdragsvrijheden. De werking en toepassing van internationaal recht of nationaal constitutioneel recht doet hieraan niet af, aldus het HvJ. Daarmee benadrukt het HvJ het supranationale karakter van het EU-recht. Het HvJ overweegt vervolgens dat de aanbieding van kansspeldiensten in de onderhavige zaak vanuit Gibraltar aan afnemers in het Verenigd Koninkrijk een ‘zuiver interne situatie’ betreft. Daarmee ontbreekt een grensoverschrijdend element, waarna het HvJ conform bestendige jurisprudentie oordeelt dat de bescherming van de dienstenverkeersvrijheid hier niet kan worden ingeroepen. De A-G concludeerde nog, subsidiair, dat – mocht de dienstenverkeersvrijheid niettemin toepassing vinden – de betwiste Britse belasting deze vrijheid niet belemmert. Wat mij betreft terecht. De belasting maakt geen onderscheid, zij geldt op gelijke wijze voor zowel binnen als buiten het Verenigd Koninkrijk gevestigde kansspelaanbieders. Het gegeven dat Gibraltar lokaal gevestigde kansspelaanbieders eveneens belast, verstoort wellicht de werking van de interne markt, maar het ontbreken van harmonisatie op dit terrein betekent dat de kwestie EU-rechtelijk bezien een dispariteit oplevert; een en ander als gezegd onder de aanname dat betrokkene de bescherming van de vrijheden had kunnen inroepen, of in gevallen waar het recht op vrij verkeer wel van toepassing is.

hdl.handle.net/1765/106732
NLFiscaal
Tax Law

de Wilde, M. (2017). NLF 2017, C-591/15, (Verenigd Koninkrijk en Gibraltar zijn één lidstaat; artikel 56 VWEU n.v.t.). Verenigd Koninkrijk en Gibraltar zijn één lidstaat; artikel 56 VWEU n.v.t., 2092, 1–9. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/106732