Volgens het Hof van Justitie van de Europese Unie kan bij vertraging als gevolg van een aanvaring tussen een vliegtuig en een vogel de verplichting vertragingsschade te vergoeden, komen te vervallen. Deze bijdrage betoogt vanuit rechtseconomisch perspectief dat compensatie van vertragingsschade beter via verzekeringen dan via aansprakelijkheid kan plaatsvinden. Voor wat betreft preventie van vertragingsschade wordt te veel voorzorg van de luchtvaartmaatschappij verlangd en wordt de schadevergoeding te hoog vastgesteld. De passagier betaalt via het duurdere vliegticket de prijs voor beide fouten. Dat vertraging door aanvaring met een vogel buiten beschouwing blijft, is een stap in de goede richting, maar de Europese regeling biedt nog steeds te veel schadevergoeding in gevallen waarin aansprakelijkheid onwenselijk is.