In The Rise and Fall of American Growth laat Robert J. Gordon zien hoe tussen 1870-1970 de V.S. een periode van ongekende economische groei doormaakte, uitmondend in een maatschappelijke transformatie via een gaandeweg sterk verhoogde levensstandaard en -verwachting. Hij verbindt deze vooruitgang met de schaal waarop gedurende deze tweede industriële revolutie ingrijpende uitvindingen werden gedaan, verfijnd en toegepast, zoals: wijdverbreide elektrische verlichting; de explosiemotor; huishoudelijke voorzieningen; medicatie; en bebouwing. Een verklaring voor het afvlakken van die vooruitgang nadien – 1970 markeert in zijn optiek een breukvlak – zoekt Gordon mede daarin dat niet langer sprake was van zo’n “life-altering scale of innovations”. Daarbij aantekenend dat het ICT-tijdperk (de derde revolutie) ook vernieuwingen bracht, zoals computers, internet en smartphones, maar met een bescheidener impact want ‘slechts’ via communicatie, entertainment en informatieverwerking. Tot de techno-optimisten, die digitalisering en robotisering vooral zien als opmaat naar meer welvaart, behoort hij niet.