Op 12 juli 2016 heeft de Raad de Anti-ontgaansrichtlijn aangenomen. Politieke overeenstemming werd reeds bereikt op 20 juni 2016 middernacht. De richtlijn vormt een van de uitkomsten van een door de Europese Commissie op 28 januari 2016 voorgesteld pakket coördinatiemaatregelen op het gebied van de winstbelastingheffing van het Europese bedrijfsleven. Met de richtlijn worden verschillende van de uitkomsten van het Base Erosion and Profit Shifting Project van de OESO/G20 EU-breed met ‘hardlawmaatregelen’ geïmplementeerd (Actiepunten 2, 3 en 4). Tevens wordt overgegaan tot coördinatie van onderdelen van de vennootschapsbelastingsystemen van de lidstaten die geen deel uitmaakten van het BEPS-project (exitheffing, algemene anti-misbruikbepaling). In deze special van Fiscaal Tijdschrift FED worden de verschillende maatregelen uit de Antiontgaansrichtlijn nader belicht. Joost van Helvoirt & Richard Snoeij analyseren de renteaftrekbeperking, een ‘earnings-strippingmaatregel’, uit art. 4. Maarten de Wilde (ondergetekende) belicht de exitheffing uit art. 5. De algemene anti-misbruikmaatregel uit art. 6 wordt besproken door Dennis Weber. Vincent van der Lans & Marlous Verhoog becommentariëren de ‘controlled-foreign-companymaatregel’ uit art. 7 en 8 van de richtlijn. De regeling uit art. 9 van de richtlijn om hybride mismatches aan te pakken, tenslotte, wordt geanalyseerd door Heiko Lohuis & Judith Reijnen. Tezamen bieden deze bijdragen een fraaie analyse van de complete richtlijn. Wij hopen u met onze bijdragen aan deze special te kunnen inspireren.