Op maandag 20 juni 2016 middernacht hebben de EU-lidstaten politieke overeenstemming bereikt over een anti-ontgaansrichtlijn. Een voorlopig akkoord was reeds op 17 juni 2016 bereikt. De richtlijn zal bij de volgende Ecofin door de Raad formeel worden aangenomen. De richtlijn vormt een van de uitkomsten van een door de Europese Commissie op 28 januari 2016 voorgesteld pakket coördinatiemaatregelen op het gebied van de winstbelastingheffing van het Europese bedrijfsleven. Daarnaast hangt de richtlijn in beleidsmatige zin samen met de uitkomsten van het Base Erosion and Profit Shifting Project van de OESO/G20 van 5 oktober 2015. De genomen maatregelen betreffen: - een renteaftrekbeperking; - een exitheffing; - een algemene antimisbruikmaatregel; - een ‘controlled foreign company regime’, en; - een regeling om hybride mismatches aan te pakken. Het voorstel van de Europese Commissie van 28 januari 2016 bevatte nog een ‘switch-overclausule’. Op basis van deze bepaling zouden lidstaten inkomsten van belastingplichtigen uit derdelanden niet langer van belastingheffing mogen vrijstellen indien deze inkomsten aldaar niet of te laag zijn belast. De switch-overclausule is in het uiteindelijke politieke akkoord komen te vervallen. De lidstaten dienen de richtlijn met ingang van 1 januari 2019 in nationale wetgeving om te zetten. Een uitzondering is gemaakt voor de exitheffing en de renteaftrekbeperking. Eerstgenoemde dient per 1 januari 2020 in nationale wetgeving te zijn omgezet. Voor de renteaftrekbeperking kan onder voorwaarden met implementatie worden gewacht tot 1 januari 2024.

hdl.handle.net/1765/107842
Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht
Tax Law

de Wilde, M. (2016). 2016, NB-21062016, Politieke overeenstemming lidstaten over anti-ontgaansrichtlijn. Politieke overeenstemming lidstaten over anti-ontgaansrichtlijn, 1691. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/107842