ACHTERGROND In Nederland is vanaf 2004, naast assertive community treatment (act), flexible act (f-act) geïntroduceerd. Inmiddels zijn er naar schatting 400 (f-)act-teams die zorg bieden aan circa 70.000 mensen met ernstige psychische aandoeningen. Vanaf 2009 voert het ccaf modelgetrouwheidsmetingen uit bij (f-)act-teams om de kwaliteit en transparantie van de zorg voor patiënten met ernstige psychische aandoeningen te bevorderen.
DOEL Weergeven van de stand van zaken van de implementatie van f-act in Nederland en trends daarin.
METHODE Analyse van de database van het ccaf, waarin gegevens van audits bij f-act-teams in de periode 2009-2014 zijn opgenomen.
RESULTATEN De audits die het ccaf van 2009 tot 2014 uitvoerde, wezen op voldoende modelgetrouwe implementatie van f-act. De basis van de teams was goed op orde met een multidisciplinaire teamsamenstelling, medicatiemanagement, praktische begeleiding en aandacht voor continuïteit in de zorg, ook bij een klinische opname. Op het gebied van herstel en participatie scoorden de teams echter geen voldoende. Daarnaast lieten de resultaten zien dat in het laatste jaar een aantal onderdelen slechter scoorde dan de voorgaande jaren, waaronder outreach en de toch al niet hoog scorende ondersteuning bij herstel en participatie.
CONCLUSIES Hoewel de data wijzen op een gemiddeld voldoende implementatie van f-act in Nederland, zijn er signalen dat deze implementatie onder druk staat met relatief minder huisbezoeken, een stijgende caseload en minder aandacht voor herstelondersteunende zorg en participatie. De genoemde bevindingen sluiten aan bij de signalen en pleidooien om bij de ambulantisering niet alleen te focussen op de beddenafbouw, maar vooral ook de ambulante opbouw prioriteit te geven.

, ,
hdl.handle.net/1765/109541
Tijdschrift voor Psychiatrie

van Vugt, M., Mulder, N., Bahler, M., Delespaul, P., Westen, K. (Koen), & Kroon, H. (2018). Modelgetrouwheid van flexible assertive community treatment(F-ACT)-teams: Resultaten van vijf jaar auditeren. Tijdschrift voor Psychiatrie, 60(7), 441–448. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/109541