In de rechtsgeleerde literatuur wordt wel beweerd dat geldend recht in een bepaald land moet worden begrepen tegen de achtergrond van de gedeelde opvattingen over rechtvaardigheid in dat land. Als die opvatting juist is, zou ook het geldende civiele recht in een bepaald land de weerspiegeling moeten zijn van de gedeelde opvattingen over ‘civielrechtelijke rechtvaardigheid’. En als dat juist is, zouden burgers een voorkeur voor hun eigen recht moeten openbaren boven het recht van een ander land. In deze bijdrage proberen we die koppeling tussen opvattingen van burgers en het geldende civiel recht op concreet casusniveau tastbaar te maken: sluit Nederlands aansprakelijkheidsrecht in concrete gevallen werkelijk aan op wat burgers in Nederland rechtvaardig vinden? En Engels aansprakelijkheidsrecht bij wat Engelsen rechtvaardig vinden?
We onderzoeken die vraag met een verkennend experiment. De resultaten wijzen in verschillende richtingen. Als we de resultaten bij elkaar leggen, lijkt het erop dat Nederlanders de voorkeur geven aan het Nederlandse aansprakelijkheidsrecht en Engelsen aan het Engelse aansprakelijkheidsrecht. Maar op casusniveau is dat zeker niet altijd het geval. De resultaten geven dus mogelijk wel een voorzichtige aanwijzing, maar zeker geen definitief bewijs dat het aansprakelijkheidsrecht structureel overeenkomt met wat burgers rechtvaardig vinden; we formuleren daarom suggesties voor vervolgonderzoek.