De auteurs gaan in op door een nieuw kabinet uit te werken voorstellen om € 4 miljard te verschuiven van de rijksbelastingen (IB/LB) naar de gemeentebelastingen. Die voorstellen behelzen een korting op het gemeentefonds, herinvoering van de OZB voor gebruikers van woningen, introductie van een ingezetenenbelasting en afschaffing van een zestal kleinere belastingen. De auteurs hebben onderzoek gedaan naar eerdere wijzigingen van het gemeentelijke belastinggebied en, via een vragenlijst onder gemeenten en belastingsamenwerkingen, naar de effecten van de voorstellen voor gemeenten en belastingbetalers. De geschiedenis leert dat niet alle belastingsoorten geschikt zijn als gemeentelijke belasting en dat in de Nederlandse verhoudingen een substantiële, betrouwbare en voorspelbare uitkering van het Rijk aan gemeenten onvermijdelijk is. De uitkomsten van de vragenlijst wijzen uit dat de voorgestelde wijzigingen voor individuele gemeenten en hun inwoners heel verschillend uitpakken. Er zal een lastenverschuiving optreden en een verhoogd beroep op kwijtschelding is aannemelijk. Een door het volgende kabinet te beantwoorden vraag is of deze effecten aanvaardbaar zijn.