Introductie Diego da Silva Costa, beter bekend onder zijn voetbalnaam Diego Costa, speel-de de hoofdrol in één van de meest besproken nationaliteitentransfers in de geschiedenis van het internationale voetbal. De als Braziliaan geboren voet-baller zorgde in 2013 voor wereldwijde opschudding toen hij bekend maakte niet uit te gaan komen voor het nationale elftal van Brazilië, maar voor Span-je. Met verontwaardiging, verdriet en woede werd er in Brazilië op de keuze van Costa gereageerd. In de Braziliaanse media en door fans van de Goddelij-ke Kanaries werd hij neergezet als een landverrader die zijn roots verloochen-de. In Spanje werd Costa met gemengde gevoelens ontvangen. Waar een deel van de supporters verheugd was met de komst van de topspits, scandeerden andere fans leuzen als 'No eres Español!' ('Je bent geen Spanjaard!') waarmee ze duidelijk maakten Costa niet te accepteren als representant van de Spaanse staat en natie. 1 Diego Costa is zonder twijfel niet de enige atleet waarbij de connectie tussen atleet en natiestaat vaag of onbestaand was voorafgaand aan het uitko-men voor het land. Sterker nog, alleen al in het recente verleden van het interna-tionale voetbal zijn er talloze verhalen over in het buitenland geboren voetbal-lers die een ander land representeren of hebben gerepresenteerd. 2 Net als hun autochtone collega's dragen ook deze voetballers het nationale tenue en zingen ze, al poserend voor de vlag, het volkslied. Soms zelfs met één hand op hun hart. Daarmee representeren deze migrantvoetballers niet alleen het land, maar zijn ze tegelijkertijd ook representanten van de natie. Juist vanwege de symbolische functie van nationale voetbalteams leidde en leidt de selectie van migrantvoet-ballers tot discussies over de waarde van burgerschap en de representativiteit van de staat en natie. 3 Maar waarom moeten voetballers een 'duidelijke connec

hdl.handle.net/1765/110807
Ex Tempore Verleden Tijdschrift
Department of History

van Campenhout, G. (2017). Burgerschap, nationaliteitsveranderingen en publieke acceptatie. Ex Tempore Verleden Tijdschrift, 36(3), 240–257. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/110807